Wereldwijd zijn er grote hoeveelheden aan COVID-19 testen aangeschaft, omdat het coronavirus zich in een rap tempo wist te verspreiden. Om het virus snel te kunnen detecteren en geïnfecteerde mensen tijdig te isoleren werden deze COVID-19 testen aangeschaft. Daarmee wilde de nationale overheden en gezondheidsinstellingen wereldwijd het virus aanpakken en proberen voor te zijn. In Nederland wordt er gebruik gemaakt van 3 COVID-19 testen. We hebben het hier over de PCR-test, de IgG/IgM Antilichaam sneltest en de Antigeen (Ag)test. In dit bericht nemen we graag met je door wat het verschil is tussen deze 3 COVID-19 testen en wanneer er welke test gebruikt moet worden. Zo heb je de drie COVID-19 testen op een rij en dat zorgt direct voor een duidelijk overzicht.
Na de eerste besmetting werd er onder andere veel gebruik gemaakt van de PCR-test. Deze test wordt door de GGD gebruikt om op moleculair niveau stukjes SARS-CoV-2 te detecteren. Dit gebeurd in het neus- en/of keelslijm of andere gebieden in de luchtwegen. Deze test kan aangeven of er specifieke virusgenen aanwezig zijn op het afgenomen monster. Als dat het geval is spreken we van een coronabesmetting. De afkorting van de PCR-test staat voor Polymerase Chain Reaction. Dit is een PCR-techniek die gebruikt wordt bij de analyse van het afgenomen monster na het testen. Deze analyse houdt in dat genetisch materiaal van het virus in het laboratorium wordt vermeerderd. Dit kan vervolgens nauwkeurig gedetecteerd worden.
De voordelen die deze test met zich meebrengt is dat de PCR-test zeer gevoelig en nauwkeurig is. Er kan daardoor zeer nauwkeurig getest worden op COVID-19, omdat de PCR-test dit virus kan onderscheiden van soortgelijke virussen. Nog een voordeel is dat de PCR-test een acute besmetting kan detecteren. Als de PCR-test een positieve uitslag laat zien is er dus zeker dat er daadwerkelijk een infectie plaats heeft gevonden en dat de persoon is kwestie ook daadwerkelijk het virus bij zich draagt.
Er zijn wel enkele beperkingen te vinden bij de PCR-test. Dat is het feit dat het een langdurig proces is. Op de uitslag zal 24 tot 48 uur gewacht moeten worden. Dit komt omdat de afgenomen monsters naar een gespecialiseerd laboratorium moeten voor analyse en het uitvoeren van de PCR-techniek.
Naast de PCR-test wordt er ook veel gebruik gemaakt van de sneltest IgG/IgM Antilichaam. Dit zijn betrouwbare sneltesten die antistoffen tegen SARS-CoV-2 in het bloed kunnen detecteren. De IgG/IgM Antilichaam sneltest wordt gebruikt voor mensen die willen weten of zij in het verleden besmet zijn geweest met het COVID-19 virus. Antistoffen worden namelijk door het immuunsysteem aangemaakt om infecties te bestrijden. Als deze test een positieve uitslag laat zien is de persoon in kwestie besmet geweest met het COVID-19 virus.
Deze test heeft als voordeel dat er aangetoond kan worden of er een besmetting heeft plaatsgevonden in het verleden. Zelfs mensen die geen klachten hebben gehad kunnen alsnog wel besmet zijn geweest met het virus. Daarnaast is de IgG/IgM Antilichaam sneltest een zeer betrouwbare test. Binnen 15 minuten laat deze test de uitslag al zien.
Aan deze test hangen wel wat beperkingen. Zo kan er alleen getest worden op een besmetting in het verleden. Voor actieve besmettingen is deze test niet heel gevoelig. Nog een beperking is dat er nog niet bekend is of mensen die besmet zijn geweest met COVID-19, ook echt beschermd zijn tegen het virus door de lichaamseigen antistoffen. Dit wordt nog onderzocht.
Enkele maanden na de eerste COVID-19 besmetting is ook de Antigeen (Ag)test ontwikkeld. Deze test dient als alternatief of aanvulling op de andere twee testen. De Antigeen (Ag)test kan aanwezige antigenen detecteren. Dit zijn stukjes eiwit die deel uitmaken van de SARS-CoV-2 virus in afgenomen neusslijm. Het is een test die al snel de uitslag kan laten zien. Deze sneltest kan na 15 minuten weergeven of het geteste persoon besmet is met COVID-19. Nog een voordeel van deze test is dat er aan kan worden getoond of het virus aanwezig is bij de persoon, al voordat het lichaam antistoffen aan heeft gemaakt. De eiwitten die de Antigeen (Ag)test onderzoekt worden vrij snel aan onze lichaamscellen nadat er een COVID-19 besmetting plaats heeft gevonden. Antistoffen worden echter dagen na de aanraking met het virus pas aangemaakt door ons immuunsysteem.
De Antigeen (Ag)test geeft ook een indicatie van zowel de besmetting als besmettelijkheid. Als er sprake is van een actieve besmetting is, kan de persoon andere besmetten en daarom moet een besmettelijk persoon direct in isolatie. Daarnaast kan deze test ook asymptomatisch testen. De Antigeen sneltesten worden, in tegenstelling tot de PCR-testen, in sommige landen preventief ingezet bij mensen. Deze test kan in worden gezet bij mensen die naar voren zijn gekomen uit het bron- en contactonderzoek, maar nog geen symptomen hebben. De aanwezigheid van de antigenen kunnen namelijk in het menselijk lichaam al zichtbaar zijn tot wel 4 dagen voor het uitbreken van klachten.
We kunnen over de Antigeen (Ag)test zeggen dat het een goed alternatief of aanvulling blijkt te zijn op zowel de PCR-test als voor de Antilichaamtest. De Antigeentest kan namelijk de snelheid van de Antilichaamtest en de nauwkeurigheid van de PCR-test goed combineren.